De VGA -interface (Video Graphics Array) werd geïntroduceerd in 1987 en maakt voornamelijk gebruik van analoge signaaltransmissie om verbinding te maken met CRT -monitors.Hoewel het theoretisch resoluties tot 2048×1536 kan ondersteunen, ondersteunen de meeste VGA -kabels en apparaten doorgaans resoluties tot 1080p (60Hz).Deze beperking maakt VGA onvoldoende voor moderne behoeften.Bovendien heeft VGA geen audio en mist het hot-swappable-functionaliteit.Als gevolg hiervan is VGA nu zeldzaam op de consumentenmarkt, maar wordt nog steeds gebruikt in sommige industriële en medische apparatuur, evenals in oudere monitoren en projectoren die geen frequente upgrades vereisen.
14-Pin en 15-Pin:
14-pins kabels werken in de meeste toepassingen, maar voor een bredere beeldschermcompatibiliteit zijn mogelijk 15-pins kabels nodig.
Pin 9 werd verwijderd uit 15-pins kabels omdat het sleutelsignaal verouderd raakte bij moderne computermonitors en niet langer werd gebruikt in de standaardtoepassingen van de VGA-standaard.
Pin 9 is echter onlangs opnieuw geïntroduceerd als voedingspin om circuits in bepaalde beeldschermen van stroom te voorzien. Deze pin voedt niet een volledig beeldscherm, maar is wel vereist voor de datacommunicatie tussen het beeldscherm en de computer. De datacommunicatie tussen het beeldscherm (Display Data Channel of DDC) communiceert beeldscherminformatie zoals de maximale resolutie en de naam van het beeldscherm.
Normaal gesproken hebben computermonitors alleen 14-pins kabels nodig en televisies 15-pins kabels.